![]() |
Schouderklachten zijn een frequent geuit probleem in de huisartsenpraktijk. Van alle klachten in het bewegingsapparaat komen schouderklachten, na nek- en rugklachten, zelfs het meest voor. Uit cijfers van Nivel Zorgregistraties blijkt dat de incidentie van schouderklachten in de Nederlandse huisartsenpraktijk in 2018 bijna 36 nieuwe episoden per 1 000 patiënten betrof. De prevalentie in de algemene bevolking is echter veel hoger, aangezien slechts 40% van de patiënten met schouderklachten hiermee de huisarts bezoekt. Incidentie en prevalentie nemen toe met de leeftijd en zijn vanaf de puberteit hoger bij vrouwen dan bij mannen. In 2018 behoorden schouderklachten, met knieklachten, tot de diagnoses waarvoor het meest naar de orthopedie werd verwezen; één op de tien orthopedische verwijzingen betrof een schouderklacht.
Schouderklachten kunnen flinke nadelige gevolgen hebben voor het dagelijks functioneren en voor de nachtrust. Daarnaast kunnen ze erg hardnekkig en langdurig zijn. De helft van de patiënten ervaart langer dan zes maanden schouderklachten en voor 40% van de patiënten zijn deze ook na een jaar nog niet voorbij.4 Vaak gaan dergelijke chronische schouderklachten gepaard met langdurig foutieve houdingen of overbelastingen, die meestal eerst bijvoorbeeld scapulothoracaal worden gecompenseerd voordat uiteindelijk klachten in de schouder ontstaan. De meeste schouderklachten (80%) hebben hun oorsprong in de subacromiale ruimte, maar schouderpijn is regelmatig diffuus waarbij meerdere structuren in de schouder zijn aangedaan.5 Dit maakt het diagnosticeren uitdagend en juist bij die patiëntengroep kan een behandeling op maat, door een gespecialiseerd en multidisciplinair zorgteam, van meerwaarde zijn.
Deze nascholing beoogt in twee delen een overzicht te geven van de meestvoorkomende orthopedische oorzaken van schouderklachten. Voor het bespreken van de in de schouder meestvoorkomende aandoeningen kozen wij voor een indeling die geheel in lijn is met de in oktober 2019 herziene NHG-Standaard Schouderklachten. Deze is gebaseerd op anatomie, waarbij aandoeningen die in Nederland het meest voorkomen ook de meeste aandacht krijgen. Deze nascholing zal aan de hand van casuïstiek wel dieper ingaan op de in deze NHG-Standaard beschreven oorzaken van schouderklachten en beoogt hiermee verdieping te bieden. In deel I van deze nascholing worden de algemene diagnostiek en behandelaspecten van schouderklachten en aandoeningen in de subacromiale ruimte behandeld (schouderklachten categorie 1, zoals beschreven in de NHG-Standaard). In deel II zullen de klachten met een meer intra-articulaire oorsprong, in zowel het glenohumerale gewricht als het AC-gewricht, worden besproken. Buiten het bestek van deze nascholing vallen fracturen rond het schoudergewricht, evenals zeldzame niet-orthopedische problematiek, die zich eveneens als schouderklachten kunnen uiten, zoals een maligniteit, diafragmaprikkeling, (centrale) neurologische problematiek en cardiale aandoeningen.
Doelstellingen van dit nascholingsprogramma deel I en II:
Na afronding van dit nascholingsprogramma: